Kortverhaal Het gevoel van Nanesa

Hallo lieve lezers van Bookstamel, Het is weer zondag en dat betekent tijd voor een nieuw kortverhaal! Dit keer heeft het verhaal de naam Het gevoel en het is geschreven door Nanesa. Nanesa is de auteur van o,a het boek Wraak. Wraak gaat over Y die zelf haar slachtoffers kiest , die niet voldoen aan `haar` normen en waarden. Ze bereidt alles goed voor en laat niets aan het toeval over. De politie staat voor de zware taak om haar te vinden Ze zitten haar op de hielen Of jaagt Y ook op hen ?? Maar denk jij nu ik ben wel benieuwd geworden naar Wraak maar zou graag eerst de schrijfstijl van Nanesa willen ontdekken. Dan is Het gevoel het perfecte verhaal omdat mee te doen.

Het gevoel.

‘Heb jij ook het gevoel dat wij gevolgd worden?’

‘Gevolgd? Hoe kom je daar nu bij?’ Met haar grote blauwe ogen kijkt ze mij verbaasd aan. Even lijkt ze in gedachten verzonken. Haar hoofd beweegt van links naar rechts. Net als ik haar wil antwoorden, draait ze een rondje om me heen en wandelt weer verder.

‘Gewoon, ik heb dat gevoel,’ zeg ik en kijk haar na. Het stadspark ziet er doodnormaal uit, dat besef ik, toch krijg ik het niet van me afgeschud. Angstig kijk ik om me heen.

‘Jij hebt altijd dat gevoel. Jij denkt dat er iemand achter je aanzit of dat er iemand je in de gaten houdt. Echt waanzin is het. Doe eens normaal.’ Ditmaal is het blauw van haar ogen amper te zien. Met bedrukte blik en ogen die tot spleetjes zijn gevormd, brengt ze haar gezicht dichterbij. Ik deins naar achteren.

‘Ik doe normaal,’ brom ik en plof mijn achterste neer op een lege houten bank.

Met een zucht keert ze zich om, wandelt elegant mijn richting uit en plaatst zich netjes naast mij.

‘Ik zou niet weten wie interesse heeft in iemand zo gewoontjes als jij.’ Ze benadrukt het woord gewoontjes door me met haar schouder een duwtje te geven.

‘Interessant ben ik niet, dat weet ik, toch heb ik dat gevoel.’ Met een diepe zucht laat ik me op mijn zij op de bank glijden. Haar welgevormde lijf buigt over me heen en ze fluistert: ‘Is het niet voldoende dat ik jou wel interessant vind?’

Haar prachtig witte tanden glimmen in het zonlicht, haar lichaam raakt het mijne. Het is inderdaad vreemd dat ik het niet voldoende vind dat zij belangstelling heeft in mij. Anderen zouden om haar staan te dringen, haar het hof maken en ik, ik lig te klagen over mijn zogenaamde achtervolgers. Langzaam beweegt ze zich van me weg tot ze bijna helemaal aan de andere kant van de bank zit. Wat een idioot ben ik toch. Zo’n prachtig wezen als zij kan ik toch niet laten schieten. Ondertussen zit ze met haar rug naar mij toe gekeerd. Ik hijs me recht, schuifel dichterbij. Op dat moment keert ze zich om en kijkt mij recht in de ogen. Ik focus me op de blauwe randen terwijl ik mijn hachje probeer te redden.

‘Je hebt gelijk,’ hakkel ik, ‘Jij bent voldoende. Ik ben gewoon weer aan het lullen. Laten we verder van deze avond genieten.’

Het is duidelijk dat mijn woorden haar gelukkig maken, want ze springt vrolijk van de bank. ‘Laten we gaan. De avond is nog jong.’

Stilzwijgend wandelen we over de grindweggetjes die het park doorkruisen. Hier en daar zien we verliefde koppeltjes. Ik zie hoe ze naar hen kijkt. Uit haar blik leid ik af hoe zeer ze wil dat ook wij zo zeemzoetig naar elkaar zouden staren.

Op het moment dat ze mij vol verlangen aankijkt, worden we onderbroken door het gegrom van een hond. Het is elke keer weer moeilijk om rustig een wandelingetje te maken. Spijtig genoeg vinden de mensen het nodig om hun vervelende keffers uit te laten. Gelukkig zijn die misbaksels aangelijnd en hoeven we hen niet te ontwijken. Ik kan het niet laten om die beesten een beetje uit te dagen. Hun geblaf klinkt luid en dreigend, toch kan ik niet stoppen met lachen.

‘Op een dag krijg je daar spijt van. Dat weet je toch?’ spreekt ze op strenge toon, ‘Kom niet klagen als je gebeten wordt.’

‘Hé, wat is dat?’ fluister ik.

‘Wat is wat?’ fluistert ze geïrriteerd terug.

‘Volg me,’ brom ik. Vliegensvlug verdwijn ik in het meest beboste stuk van het park. Achter me hoor ik hoe ze mij met uiterste voorzichtigheid achtervolgt.

‘Stop,’ roept ze, ‘stop nu toch. Waar ga je zo snel heen? Ik heb toch niets gezien!’

Op een open plek achter het park houd ik halt. ‘Waar is het nu?’ mompel ik.

‘Waar is wat nu?’ hijgt ze buiten adem, ‘Wat is er met je aan de hand?’

‘Kijk! Daar!’ Alsof mijn leven er vanaf hangt, spring ik bijna bovenop haar. Ze schrikt, strekt haar rug en sist me toe: ‘Wil je dat wel eens laten?’

‘Ssst,’ fluister ik, ‘zie je het dan niet? Kijk. Dat rode stipje.’

Langzaam beweegt ze haar hoofd in de richting die ik aanduid. Onmiddellijk zoomt ze in op de rode stip. De stip beweegt niet, nog niet.

Voorzichtig sluip ik dichterbij, voet voor voet. Ik zie dat zij hetzelfde doet. Neen, dat mag niet. Die stip is van mij! Ik haast me. Sneller en sneller beweeg ik me voort. Tot ik opgeschrikt word door een hels geluid. Mijn haren gaan er recht omhoog van staan, mijn voeten komen van de grond. In een poging aan de grond te blijven, zet ik snel mijn klauwen in het gras. Ik krijs en hoor haar net zo luid krijsen. Ik kijk naar haar op. Ze zweeft al hoger van de grond. Ik zie de paniek in haar ogen en trek mijn klauwen in. In geen tijd ben ik op haar hoogte.

‘Wat gebeurt er?’ schreeuwt ze uit. Haar staart steekt in de lucht, recht omhoog. Haar oren zwiepen naar heen en weer. Haar poten heeft ze helemaal uit elkaar gespreid. ‘Ik had je nooit moeten volgen! Ik haat je!’

Verstijfd van angst hang ik naast haar. Iets zeggen durf ik niet. Ik ben gek op avontuur, maar dit gaat me te ver.

Nu we al hoger dan de bomen zijn, durf ik omhoog te kijken. Een ronde schijf torent boven ons uit. Uit verschillende delen van de schijf worden rode stralen geprojecteerd. Allemaal naar beneden gericht en aan het uiteinde van elke straal, zweven andere slachtoffers. Allemaal zijn ze, net als wij, in de val gelokt.

Opeens schrikt een nog luider kabaal me op. Met heel veel moeite lukt het me om mezelf in de lucht om te keren. Is dit een hallucinatie? Het moet wel. Ik bijt mezelf in de voorpoot in de hoop wakker te worden, maar het enige wat ik voel is pijn. Met verstomming kijk ik naar wat er boven mijn hoofd afspeelt. Meerdere ronde schijven sturen rode stralen uit. Sommige stralen worden op de al gevangen slachtoffers gericht. Ik zie hoe een rosse kater heen en weer getrokken wordt in de lucht. Bijna stort hij te pletter nadat een rode straal in conflict gaat met een andere rode straal. Op enkele meters van de grond wordt hij weer omhoog getrokken. Ditmaal door een nieuwe rode straal. Het lijkt wel op de ruzies tussen de honden: twee vechten om een been en derde gaat ermee lopen. Het hele schouwspel maakt me misselijk.

Ondertussen is mijn toekomstige geliefde flauwgevallen. Gelukkig maar, want nu we bijna boven zijn, breekt het zweet me uit.

Vreemde wezens wachten ons op, met vreemde huidskleur en vreemde vorm. Wanneer ik uiteindelijk helemaal boven ben, grijpt één van hen me vast en streelt me. Totaal onverwacht voel ik me onmiddellijk warm worden, mijn lichaam ontspant. Ik kan het niet laten om te spinnen. Want wat ik hier in deze schijf zie, maakt mij intens gelukkig. Het is een echt kattenparadijs.

Mensen op aarde wilden mij niet, maar deze vreemde wezens duidelijk wel.

Super bedankt Nanesa dat je Het gevoel wilde schrijven voor mijn blog! Ik hoop dat iedereen het met veel plezier heeft gelezen.

Liefs, Melanie

*** Let op bloggen is een hobby voor mij, ik heb dan ook niemand die mijn teksten na kijkt op spelling want dat zou mij een paar 100 euro in de maand kosten. Ik heb dyslexie dus de kans is groot dat er hier en daar een spelfoutje in de tekst staat. Ik doe er alles aan om deze te voorkomen maar helaas is dat niet altijd mogelijk. ***

Bookstamel

Lezen en koken is een passie van mij. Deze passies deel ik op mijn blog

Dit vind je misschien ook leuk...

0 0 stemmen
Artikelbeoordeling
Abonneer
Laat het weten als er
guest

CommentLuv badge

0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
0
Zou graag je gedachten willen weten, laat een reactie achter.x