Interview met Jeroen Windmeijer en Jacob Slavenburg
Hallo lieve lezers van Bookstamel, Afgelopen weken stelde ik Jeroen Windmeijer en Jacob Slavenburg aan jullie voor en vertelde ik al alles over de boeken die ze geschreven hebben. Maar vandaag is het tijd om beide heren nog veel beter te gaan leren kennen! Het is tijd voor het interview met Jeroen Windmeijer en Jacob Slavenburg.
Interview met Jeroen Windmeijer en Jacob Slavenburg
Als eerste bedankt dat jullie mee willen werken aan dit interview! Inmiddels hebben jullie dus twee boeken samen geschreven. Nu ben ik natuurlijk reuzebenieuwd hoe de samenwerking tussen jullie tot stand is gekomen. Hoe kennen jullie elkaar?
Jeroen: Ik had al heel erg veel boeken van Jacob thuis staan, hij heeft er iets van veertig gepubliceerd. Het schrijft over onderwerpen die mij enorm interesseren: vroeg christendom, mythologie, esoterie, gnostiek et cetera. Op een dag presenteerde hij zijn boek Reis langs de mysteriën aan het Jungiaans Instituut in Nijmegen. Ik ben er heengegaan en heb na afloop de stoute schoenen aangetrokken om kennis met hem te maken.
Jacob: Het grappige is dat ik Jeroen ook al van zijn boeken kende. Hij er toen drie gepubliceerd: Het Petrusmysterie, Het Pauluslabyrint en Het Pilgrim Fathers Complot die ik allemaal erg goed vond. Nadat we bij mijn boekpresentatie kennis hadden gemaakt, kwam hij mijn cursus volgen en zo leerden we elkaar beter kennen. We besloten te gaan samenwerken en dat heeft heel goed uitgepakt.
Is het moeilijk om samen aan een boek te werken?
Jacob: Nee, voor mij niet. We hebben groot respect voor elkaars kundigheden en we zitten meestal op dezelfde lijn. En ook als we niet op dezelfde lijn zitten, komen we er altijd samen weer uit. Het is wonderlijk, creatief proces.
Jeroen: We hebben een heel duidelijke taakverdeling. Het idee, de synopsis en het meeste van de kennis komt van Jacob. Normaal gesproken doe ik vijf, zes maanden onderzoek, maar die fase kon ik nu overslaan. Ik heb het boek geschreven, gebaseerd op Jacobs input. Ieder hoofdstuk legde ik aan hem voor dat hij dan van commentaar voorzag. Zo voegden we het beste van twee werelden samen. Het is heel simpel: zonder Jacob was het boek er niet geweest en zonder mij was het boek er niet geweest.
Werd het samenwerken aan Het Evacomplex bemoeilijkt door alle corona regels die momenteel gelden?
Jacob: Niet echt eigenlijk. We hebben elkaar wel een paar keer fysiek ontmoet, maar het ging meestal via Skype en dat was eigenlijk heel goed te doen. Je zit in je eigen vertrouwde omgeving en je kunt net zo gemakkelijk van gedachten wisselen als wanneer je echt bij elkaar zit.
Jeroen: Ja, precies. Elkaar ontmoeten is natuurlijk wel veel leuker, maar dat was inderdaad gewoon lastig in deze tijd. Wat ik wel miste, is dat als je bij Jacob op bezoek bent en met hem praat, er aan het eind van het gesprek op de tafel altijd een enorme stapel boeken ligt! Dan loopt hij weer naar zijn eigen indrukwekkende bibliotheek om er een boek bij te halen dat ik echt zou moeten lezen of waar een bepaalde afbeelding bij staat die ik moet zien.
Het Evacomplex is het tweede boek dat jullie samen hebben geschreven. Is er iets dat jullie anders hebben aangepakt dan tijdens het schrijven van het eerste boek?
Jeroen: Voor een groot deel is dat hetzelfde gegaan eigenlijk. Ik ben gaan schrijven op basis van Jacobs ideeën, net als bij Het Isisgeheim. Het was deze keer bij Het Evacomplex wel iets… complexer, omdat ik eerst een versie had geschreven waarin het verhaal op een niet-chronologische volgorde werd verteld. Dat bleek toch niet goed te werken, waardoor echt alles helemaal moest worden omgegooid. Dat was vreselijk veel werk en soms zakte de moed me echt in de schoenen. Dan is het extra leuk als je nu die ontzettend enthousiaste reacties van mensen ziet.
Jullie hebben beide een religieuze achtergrond waar komt jullie interesse voor godsdienst vandaan?
Jacob: Toen ik geschiedenis studeerde, met als aanvankelijk bijvak godsdienstgeschiedenis kwam ik in contact met de Nag Hammadi-geschriften. Dat zijn een verzameling teksten uit de begintijd van het christendom die in 1945 gevonden werden in Midden-Egypte in het plaatsje Nag Hammadi. Dat vond ik zo interessant dat het mijn specialisme werd. Ik heb er verschillende boeken over gepubliceerd, waaronder een vertaling van alle gevonden geschriften.
Jeroen: Ik ben altijd wel een beetje een zoeker geweest en godsdienst heeft altijd mijn interesse gehad. Vanaf de middelbare school las ik heel veel over het onderwerp, mediteerde ik en deed ik aan yoga. Na mijn studie/ promotie Culturele Antropologie heb ik Wereldgodsdiensten gestudeerd en heb ik de lerarenopleiding Godsdienst gedaan. Ik heb lang op een middelbare school in Leiden als leraar godsdienst gewerkt. Het leuke van de boeken die ik schrijf en die ik samen met Jacob schrijf is dat je je kennis in een spannend verhaal kwijt kan. Als je een wetenschappelijk boek zou schrijven, bereik je alleen de mensen die toch al zulk soort boeken lezen. Maar nu bereik je een veel breder publiek.
Hebben jullie veel research moeten doen voor Het Evacomplex om te zorgen dat alle feiten in het boek kloppen?
Jacob: Ik doe al heel lang onderzoek naar dit soort onderwerpen, dus ik heb thuis niet alleen een enorme bibliotheek, maar ik heb ook een groot archief opgebouwd. Voor een groot deel kan ik dus terugzoeken in mijn aantekeningen. Maar daarnaast houd ik ook bij wat er aan nieuwe dingen verschijnt op dit gebied.
Jeroen: Normaal gesproken doe ik lang onderzoek voordat ik kan beginnen met schrijven, maar nu kon ik op de schouders van Jacob staan dus. Natuurlijk heb ik zelf ook veel gelezen erover en met mensen gesproken – bijvoorbeeld ook met slangenspecialisten omdat de slang een heel belangrijke rol in het boek speelt.
Wat vind je moeilijker het plot voor je boek schrijven of het verhaal beginnen?
Jacob: We steken altijd veel tijd in research, al was in dit geval mij al veel bekend door mijn specialisatie. De plot van het verhaal ontrolt zich tijdens het schrijven. Jeroen is daar heel sterk in. Soms moeten we zaken omgooien, het blijft een proces van schaven.
Jeroen: Je begint met een idee, meer algemeen. Maar het verhaal ligt nooit helemaal vast. Het interessante is dat het verhaal op een gegeven moment een eigen dynamiek krijgt, en de hoofdpersonen krijgen en eigen stem. Soms gaan de hoofdpersonen een kant op die je als schrijver niet had verwacht. Mensen die niet schrijven, vinden dit grappig omdat ze ervan uitgaan dat jij als schrijver toch de baas bent over je verhaal, maar dat is niet helemaal waar dus.
Inmiddels hebben jullie beide jarenlange schrijf ervaring en behoren tot de top van Nederland. Zijn er nog ambities of doelen die jullie graag zien uitkomen?
Jacob: We willen graag onze trilogie over ‘sterke vrouwen in de geschiedenis’ voltooien. Na Isis uit Egypte en Eva uit het Oude Testament is Maria Magdalena uit het Nieuwe Testament de hoofdpersoon van ons volgende boek.
Jeroen: We hebben het manuscript van ons volgende boek al klaar! De voorlopige werktitel is: De Magdalenakwestie. Het gaat over Maria Magdalena, een volgelinge van Jezus, dus door de kerk heel lang onterecht een kwalijke reputatie kreeg toegedicht. In werkelijkheid is ze waarschijnlijk juist heel erg belangrijk geweest in de vroege beweging rond Jezus. Haar slechte naam berust op een – al dan niet bewust – misverstand.
Welk personage uit een van jullie boeken vind je het meest interessant en waarom?
Jacob: Voor mij is dat Timothy Steels uit Het Isisgeheim. Het is een erudiet man die klassiek gedachtengoed verbindt met recent wetenschappelijk onderzoek en daardoor een doordachte visie heeft op de toekomst van de mensheid.
Jeroen: Ik vind Magda Filippo uit Het Evacomplex heel erg leuk, ik zou haar graag in mijn vriendenkring hebben! Ze is nieuwsgierig en onderzoekend. In het boek bezoekt ze iedere week weer een andere religieuze bijeenkomst en daar schrijft ze over in het Leidsch Dagblad. In het echt heb ik dat gedaan, samen met schrijver Jos van Duinen. Die stukken zijn gebundeld in het boek Wegwijzers, zoals de serie in Het Evacomplex ook heet.
Als je een boek hebt geschreven en meerdere malen hebt laten nakijken, moet je op een gegeven moment toch zeggen en nu is het af. Vinden jullie dit moeilijk?
Jacob: Nee hoor, als het ei is gelegd, kijken we in spanning hoe het, als het gedrukt is, uit gaat komen en hoe het gaat worden ontvangen.
Jeroen: Ah, ik vind dat toch wel moeilijk. Veel mensen denken dat er geen mooier moment is voor een schrijver dan het boek op een gegeven moment in handen te hebben. En dat ís ook geweldig, maar je beseft ook: nu kan ik er niks meer aan doen. En nu mag iedereen er zijn of haar oordeel over vormen. Al snel krijg je dan de eerste mails met foutjes die mensen hebben gezien. Zo staat er in het boek een passage dubbel in, vergeten er eentje weg te halen. Onbegrijpelijk dat we dat niet hebben gezien. Die tekst hebben we echt tientallen keren gelezen.
Is er misschien een boek waarvan je later dacht: ooh had ik nog meer dit of dit gedaan?
Jeroen: In het algemeen niet nee. Je bent zo lang met een boek bezig, dat je op een gegeven moment accepteert dat dit boek het gewoon is. Er zijn schrijvers die iedere nieuwe druk opnieuw onder handen nemen, maar dat doe ik niet – alleen dan om echte fouten eruit te halen.
Hoewel. Bij een heruitgave van Het Petrusmysterie heb ik wel iets veranderd. In het boek werd een agent om het leven gebracht en dat had me altijd dwars gezeten, omdat dit voor het verhaal niet echt nodig was. In de nieuwe versie wordt de arme man alleen bedwelmd, maar overleeft hij het verder wel.
Naast de boeken die jullie samen schrijven hebben jullie beide ook een aantal titels op eigen naam staan. Misschien een beetje een lastige vraag maar welk boek van jouw collega vind je het interessantste en waarom?
Jacob: Als je bedoelt welk boek ik van Jeroen het interessants is het De Offers, omdat er veel autobiografische elementen in zitten en een heel andere maatschappij heel kleurig beschreven wordt. Het is voor mij meer dan een thriller alleen.
Jeroen: Ik vind van Jacob Reis langs de mysteriën het best. Het is ontzettend mooi vormgegeven met heel veel prachtige afbeeldingen. Daarnaast geeft het een ontzettend goed overzicht van allerlei stromingen in de filosofie en godsdienst, vanaf het oude Egypte tot aan de huidige tijd.
Is er nog een bepaalde gebeurtenis in de geschiedenis of een persoon uit de godsdienst waar je graag een verhaal over zou willen schrijven?
Jacob: Ik zit nu te denken aan Hugo de Groot, een absoluut genie en ook met een kleurrijke geschiedenis. Iedereen kent natuurlijk het beroemde verhaal over zijn vlucht in de boekenkist uit Loevestein.
Jeroen: Ik kom oorspronkelijk uit Delft en zou graag een trilogie zich daar willen laten afspelen. Dan kun je niet om Willem van Oranje heen natuurlijk, een heel boeiende geschiedenis!
Een vraag voor Jeroen hoe was het om zes maanden in een Indiaans dorpje te wonen?
Jeroen: Het is al meer dan vijfentwintig jaar geleden, maar ik denk er nog vaak aan. Zes maanden lang woonde ik in een klein indiaans dorpje aan de oevers van het Titicacameer in Bolivia, op meer dan 4.000 meter hoogte. Die tijd is de basis geweest voor mijn boek De Offers.
Ik weet van Jeroen dat hij graag naar Paaseiland wilde gaan voor onderzoek voor een nieuw boek maar dit ging niet vanwege corona. Zijn er nog meer plaatsen waar jullie graag naar toe zouden willen gaan voor onderzoek?
Jeroen: Paaseiland staat nog steeds op mijn verlanglijst. Mijn nieuwe boek gaat erover en nu kan ik me alleen nog maar baseren op filmpjes en foto’s ervan die ik op internet vind. Verder zou ik graag een keer naar Zuid-Frankrijk gaan om plekken te bezoeken die met de Katharen te maken hebben.
Voor de lezers die Het Eva complex nog niet kennen is het misschien leuk als jullie even in het kort vertellen waar dit boek over gaat?
Jacob, Jeroen: Dan is het misschien toch het gemakkelijkst als we de tekst op de achterflap weergeven. We hopen dat dit mensen genoeg nieuwsgierig maakt!
“De internationaal befaamde slangendeskundige Frank van As werkt bij Naturalis, het natuurhistorisch museum in Leiden. Hij gebruikt zijn kennis echter ook in de kringen rond de charismatische voorganger van een mysterieuze gemeenschap, zonder te weten welk onheil hij daarmee over zichzelf – en over zijn vrouw Cat – afroept. Dat dringt pas tot hem door als de eerste dode is gevallen. Lukt het hun om zichzelf op tijd uit deze wurggreep te bevrijden?
Journaliste Magda Filippo stuit in de tussentijd op een alternatieve uitleg van het Bijbelse Genesisverhaal en de rol van Eva daarin. De gebeurtenissen lijken met elkaar verstrengeld te zijn, maar hoe? Haar spannende zoektocht leidt haar van wonderbaarlijke religieuze tradities naar eeuwenlang verborgen boodschappen in de Sixtijnse kapel.”
Is er iets dat jullie nog graag tegen de lezers van Bookstamel zouden willen zeggen?
Jacob: Leef gezond en neem geen meningen van anderen klakkeloos over, maar overweeg ze in je eigen hart.
Jeroen: Ik zou een bekende Amsterdamse filosoof willen citeren: Elk nadeel heeft zijn voordeel. Deze coronatijd heeft ook positieve kanten. Je ziet dat mensen zich meer beseffen wat ze eigenlijk écht belangrijk vinden in het leven: gezond zijn, je verbonden voelen met je familie en vrienden, fijne dingen doen zoals wandelen en lezen.
Tot slot heb ik nog een aantal dilemma’s welke kies je en waarom?
Godsdienst of geschiedenis?
Jacob: Geschiedenis van de religie (religie is groter dan godsdienst)
Jeroen: Godsdienst
Schrijven of lezen?
Jacob: Voor mij kan het een niet zonder het ander
Jeroen: Ik zou heel moeilijk zonder schrijven kunnen, maar een goede schrijver is ook een goede lezer.
Werkelijkheid of fantasie?
Jacob: De werkelijkheid draagt fantasie in zich.
Jeroen: Fantasie, dan ben je echt vrij.
Klein huis met een grote tuin of groot huis met een kleine tuin?
Jacob: Een groot huis met een kleine tuin. In Nederland zit je door het weer meestal binnen.
Jeroen: Een klein huis met een grote tuin. Dan word je gedwongen naar buiten te gaan.
Buiten of binnenland?
Jacob: Binnenland met inspiratie in het buitenland
Jeroen: Buitenland, het onbekende inspireert vaak meer dan wat je al kent.
E-boek of papieren boek?
Jacob en Jeroen: Papieren boek. Een boek in handen hebben is toch het fijnst. JE kunt ook gemakkelijk aantekeningen maken en je weet hoe ver in het boek je bent.
Fietsen of wandelen?
Jacob: Fietsen. Je hebt een groter bereik dan wanneer je wandelt.
Jeroen: Wandelen, dan kom je echt tot rust. Niet zo inspannend.
Zelf koken of uit eten gaan?
Jacob: Zelf koken. Het is leuk nieuwe dingen uit te proberen
Jeroen: Uit eten. Het is leuk nieuwe dingen te proeven.
Ik hoop dat jullie dit interview met Jeroen Windmeijer en Jacob Slavenburg leuk vonden! Jacob en Jeroen super bedankt voor dit leuke interview.
Liefs, Melanie
*** Let op bloggen is een hobby voor mij, ik heb dan ook niemand die mijn teksten na kijkt op spelling want dat zou mij een paar 100 euro in de maand kosten. Ik heb dyslexie dus de kans is groot dat er hier en daar een spelfoutje in de tekst staat. Ik doe er alles aan om deze te voorkomen maar helaas is dat niet altijd mogelijk. ***