Interview met Guido Eekhaut
Hallo lieve lezers van Bookstamel, Afgelopen maand heb ik jullie mee op reis genomen om Guido Eekhaut wat beter te leren kennen. Zo stelde ik Guido aan jullie voor, vertelde ik je alles over zijn boeken, en las ik een van zijn boeken voor een recensie. Vandaag is het tijd om nog verder kennis te gaan maken. We doen dit doormiddel van dit interview met Guido Eekhaut.
Interview met Guido Eekhaut.
Je schrijft inmiddels al een lange periode boeken voor zowel Young Adults als volwassenen. Wat is het grootste verschil tussen het schrijven voor volwassen en de Young Adult doelgroep?
In mijn geval: ik kan science fiction schrijven voor YA, terwijl daar in het volwassenen segment geen plaats voor is, in het Nederlandse taalgebied. Dus thematisch gezien zijn er meer mogelijkheden, ook wanneer ik fantastische elementen wil toevoegen. Misdaad daarentegen stelt geen probleem. Er wordt door het bredere publiek nog steeds heel wat misdaad geleden.
Wanneer besefte je dat je van boeken schrijven je leven wilde maken?
Toen ik als late tiener al die spannende en uitdagende boeken begon te lezen. Op mijn vijftien wist ik het eigenlijk al: piloot of schrijver. Ik was slecht in wiskunde, maar goed in vertellen en fysica, en in talen. De uiteindelijke keuze lag dus al snel voor de hand. Maar het duurde nog jaren vooraleer ik ontdekte dat uitgevers en tijdschriften ook nog iets konden doen met wat ik schreef. Er waren in de jaren zeventig wel méér mogelijkheden voor verhalen dan nu, ook professionele bloemlezingen bij grote, commerciële uitgevers.
We gaan vandaag een deel van de focus van dit interview leggen op de toekomst serie. Enigma is het eerste deel in deze serie en is verschenen in 2019. Dit is een sciencefiction serie. Waarom heb je er juist voor gekozen om een sciencefiction serie te gaan schrijven?
Op mijn vijftiende kreeg ik een pocketje in handen: een vertaling van The Dragon Masters van de Amerikaanse auteur Jack Vance, en ik wist meteen dat ik nog meer van dat soort dingen wilde lezen. Vance was een meesterverteller met een zeer uitgebreide woordenschat en een heel specifieke stijl. Daarna ging ik ook wel literaire auteurs lezen, zoals J.G.Ballard en Thomas Disch en Jorge Luis Borges en Ursula Le Guin. Het bleef dus niet bij klassieke SF alléén.
Ik werd altijd aangetrokken door de idee van ‘toekomst’. Ik las jong al boeken over technologie, en toen ik achttien was kreeg ik ‘Future Shock’ van de Amerikaanse futuroloog Alvin Toffler cadeau, en besefte dat er naast SF ook wetenschappelijke exploraties van de toekomst mogelijk waren.
Omdat de toekomst het enige is waar we invloed op kunnen uitoefenen, vind ik de studie ervan zo belangrijk. We moeten ons voorbereiden op de toekomst, veeleer dan steeds achterom te kijken en zuchten over hoe het vroeger was. Je leert weliswaar de lessen van het verleden, maar als je ze niet op de toekomst toepast, wat voor zin heeft het dan?
Het volgende boek in deze serie is Nomade. Dit boek is los staand te lezen. Maar in de toekomst serie komen personages uit zowel Enigma als Nomade bij elkaar. Is het moeilijk om de twee boeken uiteindelijk te laten samen smelten?
Toen ik die boeken schreef (ergens in 2017) hadden ze niets met elkaar te maken. Maar ik zag gaandeweg verbanden. Er zitten tweeduizend jaren tussen beide avonturen, en ik heb in totaal zes boeken nodig om het hele verhaal te vertellen. Zelfs daarna zijn nog niet alle raadsels opgelost. Dit maakt de serie tot mijn meest uitgebreide boekproject ooit.
Dat samensmelten is een kwestie van het opstellen van tijdlijnen, het zoeken van motieven, het creëren van raadsels en mysteries. Geef me een uur of twee, en ik bedenk weerom een verhaal. Het vergt wel tijd en inspanning om de hele tijdlijn en de motieven van de personages bij te houden.
De serie bestaat momenteel uit 4 delen. Maar zal in totaal uit 6 delen bestaan. Is er al bekend wanneer de laatste 2 delen in deze serie gaan verschijnen.
De laatste twee delen zullen verschijnen in 2021 en waarschijnlijk begin 2022. Bij Clavis houden ze zich strikt aan hun planning. De boeken zijn al geschreven. Er komt tussendoor nog een ander boek, losstaand, maar ook SF.
In nomade maken we kennis met Aristid een jonge man die alleen het leven onder de brandende zon in de woestijn heeft gekend. Zou jij kunnen overleven in de woestijn?
Ik ken een paar methoden om alleszins een kans te hebben op overleven. Maar Aristid is daar geboren en opgegroeid, en hij en zijn volk hebben toegang tot de beschaving. Vreemd genoeg is de meest dodelijke woestijn die van het Zuidpoolgebied. Wat gek lijkt, met al dat ijs. Maar het is een van de meest droge plekken op de planeet. Dat ijs ontvriezen om water te hebben kost veel tijd en energie, en watertekort was altijd al het grootste probleem voor expedities daar.
In Enigma neemt Django Britt mee om op de kraken te gaan jagen. Wie of wat zijn de kraken?
De Kraken zijn een niet-inheems buitenaards ras op de manen Titan en Europa. Zij zijn duizenden jaren geleden gevlucht voor de Godavira, een oud en gevaarlijke soort die als doel heeft (of had) alle leven in de kosmos te vernietigen. De Kraken ontdekken dat zij kunnen communiceren met Britt (omdat zij geen gewone mens is, maar het product van een biologisch experiment), en samen met haar willen zij later, in een volgend boek, op zoek naar mogelijk andere groepen Kraken.
Je schrijft je boeken vooral vanuit het personage. Hoe komen de personages uit je boeken tot stand?
Personages ontstaan uit noodzaak, omdat het verhaal moet verteld worden. In dat opzicht zijn ze allemaal mijn slaafjes, die doen wat ik van hen verlang. Hier en daar slepen ze kenmerken mee van mensen die ik ken, maar meestal speel ik dat spelletje niet. Anxil (de tegenspeler van Aristid in Nomade) is een rijk kreng omdat ze als tegenpool moet dienen voor Aristid en omdat iemand van hen beiden initiatief moet vertonen. Mijn boeken zijn in grote mate plot-gedreven, wat impliceert dat de personages dienen om de plot te realiseren. Dat is een van de essenties van het vertellen van verhalen.
Denk jezelf vaak na over de toekomst?
Het is eigenlijk niet een bewust proces, het veeleer zoiets als steeds in toekomst-modus te leven. Ik vraag me altijd af: wat met morgen. Ik luister naar politici en zie dat zij zich die vraag niet stellen. Ja, ze zeggen van wel, maar ze hebben geen idee wat toekomst-denken werkelijk impliceert.
In die landen en culturen die werkelijk met de toekomst bezig zijn, en die de toekomst beter kunnen confronteren wij ‘hier’ (Europa, maar ook in toenemende mate de VS), dan ontdek je dat daar een cultuur van ‘toekomstdenken’ heerst. Geen wonder dat in China al een decennium of twee science fiction als literaire vorm en in film/tv populair is. De Chinese overheid promoveert dat toekomstdenken ook letterlijk, omdat ze burgers wil sturen in de richting van wetenschappen en technologie.
In het ‘Westen’ zie ik in toenemende mate een angstige, conservatieve en reactionaire politiek, die van de kerktoren, van de nadruk op de eigen cultuur (die van het verleden dan nog), een angst om echt te plannen met het oog op wat de toekomst als uitdagingen biedt. Het is niet dat ik China hoog waardeer (het is de semi-totalitaire eenpartijstaat waarvoor Orwell ons waarschuwde) maar ze zullen wel de toekomstige wereldleider zijn.
Waar haal je de inspiratie voor de toekomst serie vandaan?
Inspiratie is een overschat fenomeen. Verhalen en personages ontstaan uit een continu creatief proces. Letterlijk alles kan aanleiding zijn tot een idee. Maar dat is slechts één procent van het werk. De rest bestaat erin om van dat idee een verhaal te maken, of om dat idee vast te klikken aan het verhaal waarmee je bezig bent. Hoe meer je dat doet, hoe makkelijker het ook gaat. Er is geen magie mee gemoeid. Gewoon ervaring, en hard werk.
Net zo is er geen magie gemoeid met het hele schrijfproces. Je gaat op je stoel zitten, en je schrijft. Dat is de professionele instelling. Bevlogen geesten die één verhaal per jaar produceren, kennen of begrijpen dat proces niet. Ze wachten tot de een of andere muze hen op weg duwt. Zo werkt dat bij mij niet. Ik denk, lees, luister en kijk — en overal komen verhalen en ideeën vandaan. Het gaat er om die verhalen te kneden, om te vormen, wat dan ook, tot ze iets van jezelf zijn.
Wat maakt de toekomst serie zo bijzonder?
Naast de toekomst serie schrijf je dus ook Misdaad boeken voor volwassen. Met deze boeken heb je ook een prijs gewonnen en ben je een paar keer genomineerd voor belangrijke prijzen. Waar komt je passie voor het schrijven van misdaad boeken vandaan?
Ook hier is er geen groot, mythisch geheim: op zeker moment (toen de journalistiek niks meer opbracht, in 2007) sprak een uitgever me aan en vroeg me om een misdaadboek voor hem te schrijven. Dat was Jürgen Snoeren, die toen werkte voor De Boekerij. Ik schreef Absint, het kreeg de Hercule Poirot Award, terwijl een ander boek van mij, onder schuilnaam, eveneens dat jaar voor die prijs genomineerd werd. De rest is geschiedenis. Tussendoor werd ik nog twee keer genomineerd voor de Gouden Strop.
Oorspronkelijk schreef ik min of meer conventionele misdaad- of spionage boeken, nu wijk ik al een tijd af van de geplogenheden van het genre. Ik wil mijn eigen weg gaan. Doe dat ook. Dat is mijn passie: mijn zin te kunnen doen. Het nadeel is dan weer dat je boeken geen bestsellers worden. Maar ik heb er wel veel plezier mee.
Inmiddels heb je best al veel bereikt op het gebied van schrijven. Is er nog iets dat je graag zou willen bereiken als schrijver?
Ik zie schrijven niet als een carrière waarmee ik iets wil ‘bereiken’. Ik wil steeds betere boeken schrijven, wat niet altijd lukt. Mijn aspiraties zijn dus bescheiden. Hoe ouder ik word, hoe minder belang ik hecht aan erkenning, omdat ik in een sector van de cultuur werk waarvoor nauwelijks erkenning is weggelegd. Ik wil dus aan zelfverbetering doen. En wat andere mensen helpen te schrijven, als ik dat kan.
Op welke plek werk je het liefste aan je verhalen?
Ik heb een ruime zolderkamer die ook als bibliotheek dienst doet, maar ik kan overal schrijven, en doe dat ook, maar voornamelijk in koffieshops. Het is een kwestie van concentratie. Ik kan letterlijk schrijven naast een luid tv-toestel, of in een druk café.
Wat vind je het moeilijkste in het proces van verhaal in je hoofd naar boek in de winkel?
Er gebeurt heel wat onderweg, niet in het minst dankzij de aandacht van proeflezers, uitgevers, redacteurs, copy-editors. Ik heb geleerd die mensen te vertrouwen. Tenminste wanneer ze me kunnen bewijzen dat ze hun job kennen.
Eens het boek doorheen dat proces is geraakt, is er de keuze van de cover, het formaat van het boek zelf, en mag (of moet) ik flapteksten en synopsis en dergelijke schrijven. Dat allemaal behoort ook tot het werk van de schrijver.
Het moeilijkste is uit te leggen aan een uitgever of redacteur dat er commentaren zijn waarmee je absoluut niks kunt beginnen (‘het boek is niet spannend genoeg’). Ik waardeer hulp wanneer het blijkt dat ik iets grondig verknoeid heb (ja, mijn dt-fouten ook), en heb zelfs twee keer een half boek compleet herschreven op vraag van een uitgever, maar de premissen moeten wel duidelijk zijn.
Ik denk dat nogal wat schrijvers daar een probleem mee hebben. Nu, wanneer je meent het absolute meesterwerk van de eeuw te hebben geschreven, dan begrijp ik dat iedereen er met z’n tengels moet afblijven. Maar dat meesterwerk — het is voor de grote meerderheid onder ons niet weggelegd.
Welk personage uit een van jou boeken is je favoriet en waarom?
Je vraagt me te kiezen tussen mijn kinderen. Dat ga ik niet doen.
Lees jezelf ook graag boeken? Zo ja wie zijn dan je favorieten auteurs?
Uiteraard lees ik graag, en veel. Je kunt geen schrijver worden, als je niet leest. En veel leest.
Favoriete auteurs? Dat kan een lange lijst worden.
De klassiekers: Vladimir Nabokov en Jorge Luis Borges (twee zeer verschillende schrijvers die ik waardeer om heel uiteenlopend redenen).
De ‘oude’ al dan niet New Wave SF: J.G.Ballard (maar alleen zijn eerste romans), Thomas Disch, Ursula LeGuin (maar niet alles), M. John Harrison (alles, gewoon alles is schitterend), Christopher Priest en natuurlijk Jack Vance.
De (bijna) nieuwe garde: China Miéville, Neal Stephenson (maar niet zijn meest recente boeken).
De noodzakelijke Haruki Murakami (alles, gewoon alles).
De buitenstaanders: Gary Lutz, Nick Harkaway, Juan Gabriel Vasquez.
Paul Auster.
De magisch realisten, in het bijzonder Gabriel Garcia Marquez.
In het eigen taalgebied: Stefan Hertmans, Patrick Conrad, Bob Van Laerhoven.
En een paar honderd anderen.
Is er nog iets dat je graag tegen de lezers van Bookstamel wil zeggen?
Lees. En wanneer je toch wilt schrijven, lees dan eerst nog wat meer. Er wordt teveel geschreven, te weinig gelezen.
Tot slot heb ik een aantal dilemma’s welke kies jij en waarom?
Het heden of de toekomst? Toekomst.
Paperback of e-boek? Papier, liefst een mooi gebonden boek op goed papier.
Wonen midden in het bos of aan de zee? Zee.
Nooit meer eten of nooit meer drinken? Ik probeer beide te doen, maar met mate.
Schrijven voor Young Adults of voor volwassenen? Beide.
Zoet of Hartig? Hartig. En pittig.
Horen of zien? Zien. De meningen van heel veel mensen interesseren me niet, en er wordt toch zoveel geleuterd.
Tv kijken of een boek lezen? Wat denk je?
Ik hoop dat jullie hebben genoten van dit interview met Guido Eekhaut. Guido super bedankt dat je mee wilde werken aan de blogs van eigen bodem.
Liefs. Melanie
*** Let op bloggen is een hobby voor mij, ik heb dan ook niemand die mijn teksten na kijkt op spelling want dat zou mij een paar 100 euro in de maand kosten. Ik heb dyslexie dus de kans is groot dat er hier en daar een spelfoutje in de tekst staat. Ik doe er alles aan om deze te voorkomen maar helaas is dat niet altijd mogelijk. ***
Wat grappig, hij schrijft boeken die ik graag zou lezen dan, YA 🙂 weer een leuk interview! Ik kende hem nog niet