Interview met Cocky van Dijk
Hallo lieve lezers van Bookstamel, Het Doodschap van Cocky van Dijk is onderweg. Nog even en het ligt in alle winkels. Ik mocht Cocky vast het hemd van het lijf vragen in dit interview. Over haar boek uitgeven en schrijven in het algemeen.
Interview met Cocky van Dijk
Al van jongs af aan zat je regelmatig met je neus in de boeken wat waren je favoriete boeken toen je nog kind was?
Gut, ik heb zoveel gelezen. Ik las alles wat los en vast zat. Ook de achterkanten van het melkpak, haha. (Doe ik overigens nog steeds.) Ik was dol op Thea Beckman. Haar boeken heb ik meermaals herlezen. Maar mijn favoriet was De meester van de zwarte molen van Otfried Preussler.
Inmiddels schrijf je ook zelf boeken. Hoe is dit zo gekomen?
Ik schreef als kind al. Verhaaltjes, rijmpjes, ik kopieerde zelfs pagina’s van mijn lievelingsboeken, hoe verzin je het eigenlijk. En daar speelde ik dan bibliotheekje mee met de buurvrouw. In ruil voor een dropje natuurlijk.
Later, zo in de pubertijd en als twintiger, heb ik meermaals een poging gedaan om een boek te schrijven, ideeën zat. Maar hoe doe je dat nou? Hoe pak je dat aan? Ik liep telkens vast.
Later ben ik met schrijfwedstrijden mee gaan doen en heb ik zo ontzettend veel geleerd. Proeflezen voor andere schrijvers hielp daar ook enorm bij.
Ik heb met het korte verhaal ‘Drakenzieler’ ooit meegedaan aan een schrijfwedstrijd en toen kreeg ik het jurycommentaar er een boek van te schrijven. Dat werd dus een trilogie 😊
Naast het schrijven van boeken run je Zilverbron en Zilverspoor. Wist je altijd al dat je een uitgeverij wilde gaan runnen of ben je hier in gegroeid?
Dit is echt zo gelopen. Ik kwam bij Zilverspoor te werken, toen nog onder de bevlogen leiding van Jos Weijmer, als redacteur. Gaandeweg kreeg ik steeds meer verantwoordelijkheid en werd ik zijn rechterhand. Het was een ontzettende leuke en leerzame tijd. Jos en zijn vrouw zijn goede vrienden geworden.
En toen stierf Jos. Echt van het ene op het andere moment. Ik weet het nog zo goed, zal het nooit vergeten. We hadden allemaal deadlines, want het was bijna Elfia en de laatste boeken moesten eruit. Mijn man en ik hadden een brunch met de familie en op de terugweg daarvandaan belde ik Jos op om te zeggen dat ik eraan kwam en zodra ik thuis was de laatste dingen aan hem door zou mailen. Toen was er dus iets aan de hand, hij was naar het ziekenhuis. ’s Avonds kreeg ik het telefoontje dat hij gestorven was. Ik krijg nog steeds kippenvel als ik dit vertel.
Het was een hele verdrietige tijd. En heel onzeker. Voor ons allemaal, voor mij en de auteurs. De uitgeverij lag stil.
Barry, mijn man, en ik vonden het zonde dat de droom van Jos niet doorgezet werd. De droom was ondertussen ook onze droom geworden. En al die manuscripten en mooie boeken die in de lucht hingen, die konden we niet laten vallen. Daar voelden we ons verantwoordelijk voor. Uiteindelijk zijn we met de vrouw van Jos gaan praten en mochten we de uitgeverij doorzetten.
Is het niet lastig om naast het uitgeven van boeken ook nog tijd te vinden om aan je eigen boeken te werken?
Ja, absoluut! En dat wordt steeds lastiger, want drukker en drukker, maar zo ontzettend leuk. Ik zet de wekker een uur eerder om te gaan schrijven. Vaak zit ik om 6.00 al achter de laptop om mijn schrijfmeters te maken. ’s Avonds schrijf ik ook wel, maar minder, omdat ik dan de hele dag al tussen de letters heb doorgebracht. Dan wil mijn hoofd niet altijd meer. ’s Morgens vroeg is voor mij de beste tijd, als de wereld nog stil is.
Je eerste 2 series gaan over draken. Nu is er deze maand een totaal ander boek van jouw hand verschenen. Was het moeilijk om over iets anders dan draken te gaan schrijven?
Ja, eigenlijk wel. Maar dat komt denk ik ook omdat het een nieuwe wereld is, andere karakters, ander magiesysteem, andere mythologie. En ergens is dat ook juist heel erg fijn, want het werkt ook weer verfrissend.
Het Doodschap is de titel van je nieuwste boek. Het Doodschap waar het boek over gaat heeft een aantal regels. Zoals: een leven teruggeven is een leven nemen. Zou jij iemands leven kunnen ruilen voor het leven van een dierbare?
Nee, absoluut niet. Het is ook een onmogelijke opgave, denk ik. Juist omdat je niet weet waar of bij wie het noodlot toeslaat. Het kan zomaar zijn dat je meest dierbare wordt opgeëist. En dan het schuldgevoel… Ik moet er niet aan denken.
Waar haalde je de inspiratie voor het Doodschap vandaan?
Het is ooit, echt jaren geleden, begonnen met een typo. Ik moest boodschap schrijven, maar typte doodschap. Ik vond het een intrigerend woord, want wat zou dat zijn? He moest een ‘schap’ zijn, in de zin van een broederschap, dat had ik al snel bedacht. Maar wat doet dat broederschap dan? Hoe werkt het? Ik heb er veel met Barry over gesproken. Wij kunnen altijd zo lekker samen fantaseren. Jaren later rolde deze plot eruit.
Denk je zelf ook wel eens na over de dood?
Oh, absoluut. Het is een van de grote levensvragen, of om in de sfeer van het boek te blijven: doodsvragen. Juist omdat we er zo weinig over weten, laat het zo veel ruimte voor je fantasie over. Niet dat ik een doodswens heb, hoor 😉
Geloof jij in leven na de dood?
Ja, ik denk het wel. Ik geloof in energie. Wij bestaan uit energie. En energie gaat niet verloren, die gaat weer op in het grote geheel. Dan zou je een vorm hebben van reïncarnatie. En dan heb je nog zoiets als een ziel. Waar gaat die naartoe? Of houdt dat op te bestaan? Of bestaat dat juist alleen uit energie? Je ziet, vragen genoeg. Ik ben er dus nog nog niet uit hoe het precies zit. En dit geeft weer inspiratie.
Je schrijft in het fantasy genre hoe ben je hier bij terecht gekomen?
Ik las vroeger als kind al fantasy. Ik dook regelmatig de boekenkast van mijn ouders in. Zelfs van mijn oma’s. En daar vond ik de boeken van Jack Vance, maar ook Edgar Alan Poe enz. Dus genoeg voer voor gretige hersens.
Zou je ook wel eens een uitstapje willen maken naar een ander genre?
Een uitstapje naar een ander genre zal ik niet zo heel snel doen. Heb ooit wel een poging gewaagd, maar er sluipt toch altijd iets ongrijpbaars de zinnen in.
Je hebt samen met J. Sharpe het boek Schemerzone geschreven, een van mijn favorieten. Zijn er nog andere auteurs waar je graag een boek mee zou willen schrijven?
Ja, zeker wel! Ik heb trouwens met Anaïd Haen en met Michiel Geurtse ook toneelstukken en musicals geschreven, wat ik ook erg graag doe. Ik houd enorm van humor en lachen. Verder zou ik met Barry een boek willen schrijven, daar liggen ook al plannen voor klaar. En met Kim ten Tusscher, want drakenliefde, en met Peter DeWillis, omdat zijn fantasie zo heerlijk is en we dezelfde humor delen.
Wat vind je het moeilijkste aan het schrijfproces van verhaal in je hoofd naar boek in de winkel?
Ik denk dat dat toch is wanneer het naar de drukker gaat. Dan is het uit mijn handen en kan ik er niks meer aan veranderen. Loslaten, erg moeilijk.
Dit jaar zijn de meeste evenementen waar uitgevers en auteurs staan helaas niet doorgegaan. Staan er voor volgend jaar wel weer beurzen of fantasyfestivals op de planning?
Ja, we hebben er genoeg open staan. de beurzen van dit jaar zijn allemaal verplaatst naar volgend jaar. Nu is het nog de vraag of ze doorgaan.
Tot slot heb ik een aantal dilemma’s voor je. Welke kies jij en waarom.
Fantasie of werkelijkheid? Fantasie. De werkelijkheid is al om ons heen. Fantasie is een extra dimensie.
Schrijven of uitgeven? Oei, lastige. Ik denk schrijven, anders krijg ik mijn hoofd niet stil, dus dat wordt anders een probleem. Maar ik houd wel erg van uitgeven, dromen van anderen waarmaken.
Lezen of een film kijken? Film kijken. Vroeger zou ik zeggen: lezen, maar het is fijn af en toe uit de lettertjes te zijn.
Hutje op de hei of een kasteel met slotgracht? Kasteel met slotgracht! Ik zou zo graag willen spieken in vroegere tijden, hoe dat eraan toe zou gaan. Op vakantie gaan wij graag naar hutjes op de hei, dus dat doe ik al genoeg.
Een vertaling van je boeken of jouw boeken verfilmd zien worden? Is allebei wat voor te zeggen. Maar ik kies voor film, omdat dat me zo vreemd lijkt. Dan bestaat het verhaal buiten je hoofd.
Toneel of T.V? Toneel! Dat zijn fijne avondjes uit.
Eten of Drinken? Eten. Ik ben dit jaar 25 plus kilo afgevallen. We zijn enorm creatief met eten op dit moment. De haat-liefdeverhouding die ik met eten heb, is nu aan het veranderen naar liefde.
Liefde of geluk? Liefde. Heel belangrijk.
Geld of gezondheid? Absoluut gezondheid.
Mooie kleren of mooie haren? Pfhoe. ehh… dat is me om het even, denk ik. Vind ik minder belangrijk dan liefde en gezondheid.
Ik hoop dat jullie dit interview met Cocky van Dijk net zo leuk vonden als dat ik het vond. Cocky super bedankt dat je mee wilde werken aan dit interview.
Liefs, Melanie